Gert Peek, werkzaam bij het Laboratorium voor Bodemkunde en Geologie heeft voor het programmaboekje van 2000 een stuk geschreven over de beginselen van het grondboren met daarin adviezen over de beste methode om te boren. Hieronder staat een gedeelte van dit artikel.
(…) Wat betreft techniek: boor rechtsom en laat de boor het werk doen. dus vooral niet (behalve aan het oppervlak) met overmatig geweld de boor de grond in drukken. Boor totdat je redelijke weerstand voelt: de boor is vol. Dat is meestal na zo’n 3 a 5 keer draaien het geval (afhankelijk van de vochtigheidstoestand). Als je te diep boort zit het sediment vast, krijg je de boor niet meer uit de grond en kost het veel tijd deze te legen. Boor liever een keer meer; 3/4 vol is beter dan te vol. Vooral niet steeds met alle teamleden de boorkop bespringen om deze te legen. deze is 20 cm lang en 7 cm breed; 2 of 4 handen werken dan efficiĆ«nter dan 10. Is de grond droog en los dan kon de boorslaaf de boor leeg slaan tegen de grond.
Over tactiek: losse grond boort sneller dan vaste grond. Zoek dus mollengangen op of bij kleigronden een verticale krimpscheur tussen grote prismatische structuurelementen. Voor degenen die niet weten wat dat zijn: Het vak Inleiding Bodem (waarin een practicummiddag bodemstructuur is opgenomen) biedt uitkomst. Voor teams die sterk noch slim zijn: je kunt ook een oud, dichtgevallen boorgat opzoeken, maar veins dan dat het erg zwaar gaat. De afgelopen jaren heb ik ook de volgende algemene zaken geconstateerd. Wie zijn tegenstander van tevoren afbluft gaat meestal af en veel drank leidt niet zelden tot een slecht coƶrdinatievermogen (waar is het gat?).(…)
Noot van de organisatie: het gebruiken van mollengangen, scheuren of oude boorgaten is verboden en leidt tot diskwalificatie! Zie hiervoor en voor de overige regels het wedstrijdreglement.